Artikel van 01-07-2016 door Anneke Ranzato
Vorige week koos de bevolking van Groot-Brittannië voor een vertrek uit de Europese Unie. Met een kleine meerderheid weliswaar, maar een meerderheid is een meerderheid. De gevolgen van dit besluit werden vooraf niet goed overzien en zijn ook nu nog lang niet helemaal duidelijk.
Een gevolg dat wel al helder is: de beoordeling van de kredietwaardigheid van Groot-Brittannië is behoorlijk verlaagd. Kredietbeoordelaars Standard & Poor's (S&P) en Fitch besloten allebei tot een verlaging van de rating. Deze ratings hebben grote invloed in de financiële wereld. Bovendien is de kans groot dat het hier niet bij blijft, want beide organisaties vulden de verlaging aan met een 'negatief vooruitzicht'.
De lagere kredietbeoordelingen zorgen ervoor dat de Britten een hogere rente moeten gaan betalen voor hun staatsleningen. Er is immers meer risico en onzekerheid voor degenen die de staatsobligaties aankopen. Dat wordt gecompenseerd met een hogere rente. Andersom is de kapitaalmarktrente in Nederland juist nog verder gedaald - die heeft een absoluut laagterecord geboekt door de Brexit.
Normaliter volgt de ontwikkeling van de hypotheekrente ongeveer hetzelfde pad als de kapitaalmarktrente. Dat zou betekenen dat de Brexit in Nederland leidt tot een nog lagere hypotheekrente. Of dat ook werkelijk gaat gebeuren is echter nog maar de vraag: de rente staat al zo waanzinnig laag dat er niet veel ruimte is voor verdere verlagingen.
Er is niet heel veel meer nodig voordat er sprake is van een negatieve kapitaalmarktrente. In Duitsland - nog steeds de meest veilige haven - staat de kapitaalmarktrente al onder nul. Zou die negatieve rente ook doorberekend gaan worden aan hypotheekklanten? Dat zou betekenen dat men bij een hypotheek geld toe krijgt... een bijzonder vreemde situatie.
Naar overzicht Blog & Nieuws