Met de lijfrenteaftrek krijgt u fiscaal voordeel over geld dat u wegzet voor uw pensioen. Deze aftrek is niet onbeperkt. U kunt de inleg aftrekken zolang deze binnen de grenzen van de jaarruimte en de reserveringsruimte valt. Op deze pagina gaan we verder in op de jaarruimte.
Wilt u uw jaarruimte berekenen? Natuurlijk helpen we u met een online jaarruimteberekening op onze pagina Jaarruimte berekenen.
De overheid heeft bepaald wanneer u genoeg pensioen opbouwt. Hierbij wordt gerekend met de 'premiegrondslag', dit is het benodigde pensioeninkomen bovenop de AOW. Daarom wordt er van uw werkelijke inkomen een AOW-franchise afgehaald. De premiegrondslag kent ook een maximum. Als u 13,8% van de premiegrondslag apart zet voor later zou daar een voldoende pensioen uit moeten komen.
Bouwt u al pensioen op via een pensioenregeling? Dan kunt u voor dat gespaarde bedrag niet ook nog eens een lijfrente opbouwen. Het bedrag dat u via de pensioenregeling opbouwt wordt dan ook van die maximale opbouw van 13,8% afgehaald. Dat werkt via een factor A. Dit is een bedrag dat uw pensioenfonds of – verzekeraar u laat weten op uw Uniform PensioenOverzicht (UPO). Die factor A wordt vermenigvuldigd met 6,5 om er opbouwbedrag van te maken.
Heeft u nog op een andere manier gebouwd aan uw oudedagsinkomen? De toename van de oudedagsreserve voor ondernemers (F) en ook een vrijwillige bijdrage aan uw pensioen vanuit bedrijfssparen (S) worden ook van de maximale opbouw afgehaald.
Zo komen we tot de formule voor de jaarruimte:
U gebruikt de jaarruimte door een bedrag te storten op een lijfrentespaarrekening of in een lijfrenteverzekering. Binnen de jaarruimte mag u dat bedrag dan aftrekken van uw belastbaar inkomen, zodat u minder belasting hoeft te betalen. Die lijfrenteaftrek zorgt er dan vaak voor dat u geld terugkrijgt van de Belastingdienst.
Voor de belastingaangifte over een bepaald jaar gebruikt u de cijfers van het jaar ervoor. De jaarruimte voor de aangifte over 2017 wordt dus berekend met het inkomen en de factor A van 2016. U moet het bedrag tenslotte vóór de jaarwisseling storten, en dan zijn uw uiteindelijke inkomen en de factor A over 2017 nog niet bekend. Daarom wordt voor de berekening gewerkt met de cijfers van 2016.
Het bedrag dat u wilt gebruiken voor de lijfrenteaftrek stort u dan uiterlijk eind december 2018 bij een bank of verzekeraar. Deze aangifte doet u in 2019. De belastingteruggave ontvangt u dan in de loop van 2019.