U heeft jarenlang gebouwd aan een lijfrentekapitaal. Met dat kapitaal gaat u nu een lijfrente aankopen: de aanvulling op uw pensioeninkomen waar u hard voor gespaard heeft. Nu staat u voor de keuze tussen een lijfrenteverzekering en bankspaarrekening. Allebei de vormen zorgen voor een lijfrente uitkering om uw inkomen mee aan te vullen. Veel mensen kiezen tegenwoordig voor de banksparen om hun lijfrente te laten uitkeren. Waarom?
Dat laatste – de garantie die geldt voor banksparen - leggen we op deze pagina verder uit.
Welke bankspaarrekening geeft de beste lijfrente uitkeringen? Maak eenvoudig en snel een online vergelijking van banksparen voor uw uitkerende lijfrente!
In Nederland is spaargeld van gegarandeerd. Dit is geregeld in het depositogarantiestelsel: een regeling waardoor spaargeld terugbetaald wordt aan de rekeninghouders als hun spaarbank failliet gaat. Tenminste, tot een grensbedrag – de garantie is niet onbeperkt. Per persoon is een bedrag van € 100.000 per bank gegarandeerd. Daarbij worden de saldi van verschillende spaarrekeningen bij één bank bij elkaar opgeteld.
Voor veel mensen voelt een lijfrentekapitaal niet als spaargeld. Toch is het dat wel, als het bij een bank staat. De depositogarantie geldt net zo goed voor het geld dat bestemd is voor uw lijfrente als voor uw andere spaargeld. Houd daarom ook voor uw lijfrentekapitaal de grens van de spaargarantie in de gaten, en de bankvergunningen.
De garantie geldt per bank. Het is daarom verstandig om niet meer dan € 100.000 aan spaargeld bij één bank te hebben. Heeft u geld bij meerdere banken? Dan geldt voor elk van die banken de garantie opnieuw. Tenzij die banken onder dezelfde bankvergunning werken: de garantie werkt namelijk per bankvergunning. Voor twee banken die hun vergunning delen geldt de garantie dus maar één keer. Kijk daarom voordat u kiest goed naar ons overzicht van banken en hun vergunningen. En bedenk goed of u bij deze banken ook gewoon spaargeld heeft staan! Het is wel zo veilig om met het totale saldo niet boven de € 100.000 uit te komen.
Winston heeft in een lijfrenteverzekering een kapitaal opgebouwd voor een pensioenaanvulling. Dit kapitaal komt vrij, en Winston kiest voor een bankspaarrekening voor de uitkeringen. De verzekeraar maakt het geld - € 90.000 - over naar de rekening van zijn keuze bij bank X.
Winston heeft ook nog ander spaargeld - € 40.000, dat staat bij bank Y. Het lijkt erop dat het geld zo veilig staat voor onverhoopte faillissementen. Wat blijkt? De banken X en Y werken onder één bankvergunning. Als het concern waaronder ze vallen failliet gaat en allebei de banken omvallen, is Winston een deel van zijn geld kwijt. Er is in totaal niet meer dan € 100.000 van zijn spaargeld gegarandeerd.