Verhuizen naar een ander koophuis heeft fiscaal wel wat voeten in de aarde. Naast de algemene fiscale regels voor hypotheken is speciale aandacht nodig voor een aantal onderwerpen, die we op deze pagina zullen behandelen. Voor starters en bij oversluiten gelden op bepaalde punten andere belastingregels.
Wilt u weten welke hypotheekrente op dit moment voor u geldt? Bekijk dan direct de actuele hypotheekrentes!
De belangrijkste fiscale regels bij verhuizing behandelen we op de pagina Belasting bij verhuizen I. Het gaat om:
Meestal zult u ook met één of meer van de volgende zaken te maken krijgen:
Dat zijn de onderwerpen die we op deze pagina bespreken.
Het komt niet vaak voor dat exact hetzelfde hypotheekbedrag nodig is voor de nieuwe woning. Meestal komt het erop neer dat u een hogere of lagere hypotheek nodig heeft:
Als u gaat verhuizen naar een duurdere woning, heeft u meer geld nodig. Als u ervoor kiest om dat extra bedrag te lenen, geldt voor het bedrag dat u méér leent dan uw oude hypotheek wél de verplichte aflossing. U moet dat extra bedrag dan in maximaal 30 jaar met een annuiteiten hypotheek of lineaire hypotheek aflossen.
Als u gaat verhuizen naar een goedkopere woning geldt dat u niet meer kunt lenen dan het bedrag dat nodig is voor de nieuwe woning (koopsom plus kosten). Vergeet niet dat ook hier de bijleenregeling geldt.
Emilio kocht in 2013 een huis met een annuïteitenhypotheek van € 200.000. In 2018 staat daarvan nog € 180.000 open. Dan verkoopt hij het huis voor € 220.000 en verhuist naar een woning die hij koopt voor € 150.000. De overwaarde van € 40.000 (€ 220.000 -/- € 180.000) moet hij gebruiken voor de aankoop. De maximale hypotheek voor de hypotheekrenteaftrek is € 110.000 – daarvoor heeft hij nog 25 jaar aftrek.
Bij een scheiding moet u alles delen met uw ex-partner. Ook de hypotheek wordt fiscaal gedeeld. De helft van uw gezamenlijke hypotheek geldt als uw 'oude' hypotheek (eigenwoningschuld). Is uw nieuwe hypotheek hoger dan die helft? Het meerdere geldt als nieuw: dit bedrag moet u daarom uiterlijk in 30 jaar annuïtair of lineair aflossen. Alleen dán krijgt u hypotheekrenteaftrek over de totale hypotheek.
Jeroen en Wanda hebben in 2004 een aflossingsvrije hypotheek van € 200.000 afgesloten. In 2014 gaan ze uit elkaar. Fiscaal hebben ze dan allebei een eigenwoningschuld van € 100.000. Als Jeroen voor zijn nieuwe huis een hypotheek afsluit van € 150.000, dan mag daarvan € 100.000 aflossingsvrij zijn met nog een termijn van 20 jaar voor de hypotheekrenteaftrek. Voor de andere € 50.000 geldt de annuïtaire of lineaire aflossingseis en een aftrektermijn van nog 30 jaar.
Er kan een situatie ontstaan waarin u een tijdje twee huizen bezit. U heeft al een andere woning gekocht, terwijl de overdracht van uw oude huis nog niet is geweest. Dat levert dubbele hypotheeklasten op, met misschien ook nog een overbruggingshypotheek. De fiscus helpt gelukkig: de hypotheekrente over de oude én de nieuwe hypotheek is voor een behoorlijke periode aftrekbaar. Dit mag in ieder geval drie jaar duren.
Als oplossing voor de dubbele lasten is kunt u uw oude woning tijdelijk verhuren. Voor de verhuurde woning is de hypotheekrente niet aftrekbaar. Het huis gaat dan naar voor de belasting 'naar box 3'. Wel gaat de hypotheekrenteaftrek weer in als de verhuur stopt – de woning verhuist dan weer naar box 1. Dit kan alleen als de verhuur niet te lang (meer dan drie jaar) heeft geduurd.