Op de pagina over Rentevormen staat uitgelegd hoe het zit met de basismogelijkheden van de hypotheekrente. Daarnaast biedt een bank soms nog andere keuzes: speciale rentevormen (of met een ingewikkeld woord 'renteconstructies'). Op deze pagina bespreken we de meest voorkomende speciale rentevormen.

Bent u op zoek naar de actuele hypotheekrentes? Bekijk direct onze vergelijking van de actuele hypotheekrentes voor alle hypotheekvormen.

Meest voorkomende speciale rentevormen

We bespreken op deze pagina de volgende speciale rentevormen:

  • Instaprente / Oriëntatierente
  • Rentebedenktijd
  • Plafondrente
  • Bandbreedte-rente / rentedrempel
  • Middelrente

Instaprente / Oriëntatierente

Bij het afsluiten van een nieuwe hypotheek kunt u soms kiezen voor een instaprente of oriëntatierente. Dat betekent dat u nog niet direct besluit voor hoe lang u de hypotheekrente wilt vastzetten. U krijgt een periode van één of twee jaar de tijd om het moment te kiezen waarop u de rente voor een langere periode wilt vastleggen.

Rentebedenktijd

De instaprente is eigenlijk een rentebedenktijd aan het begin van de hypotheek. Er zijn ook banken waar u een rentebedenktijd 'achteraf' kunt afsluiten. Dan staat de hypotheekrente bijvoorbeeld '10+2' jaar vast. De laatste twee van deze twaalf jaar kunt u dan zelf het moment kiezen waarop uw nieuwe rentevastperiode ingaat.

Plafondrente

Een variabele hypotheekrente geeft een risico: u weet niet hoe ver deze zal stijgen. Om dat nadeel op te lossen bieden sommige banken een 'plafondrente'. U spreekt dan met de bank af hoe hoog de variabele rente maximaal kan worden. Als de variabele rente daalt profiteert u daarvan, maar u loopt niet het risico van onbeperkte stijging van uw hypotheekrente.

Bandbreedte-rente / Rentedrempel

Bij de bandbreedte-rente staat de hypotheekrente in principe vast. Tenminste, zolang de marktrente zich tussen de afgesproken grenzen beweegt. Komt de marktrente buiten die grenzen (bandbreedte), dan wordt uw hypotheekrente wel aangepast. De bandbreedte (drempel) is er 'naar boven' en 'naar beneden'. Een enkele bank heeft alleen een bandbreedte naar boven. Dat is heel gunstig: bij rentedalingen profiteert u direct, terwijl u van rentestijgingen alleen iets merkt als de rente boven de afgesproken grens uitkomt.

Voorbeeld bandbreedte-rente

U spreekt een hypotheekrente af van 4% met een bandbreedte van 1% (naar boven en beneden). Zolang de marktrente tussen de 3% en 5% ligt blijft u 4% betalen. Stijgt de rente naar 5,5%, dan wordt uw hypotheekrente verhoogd met 0,5%: het verschil tussen de grens en de marktrente. Daalt de rente naar 2,5%, dan gaat u 3,5% betalen.

Middelrente

Met een rentevastperiode komt er een moment waarop de rente opnieuw vastgezet moet worden. Dat kan zorgen voor een behoorlijke verandering van de maandlast. Om de verandering geleidelijk te laten gaan kunt u bij sommige banken kiezen voor een middelrente. Daarbij wordt de hypotheekrente niet na een aantal jaren in één keer aangepast aan de marktrente, maar elk jaar een beetje.

Voorbeeld middelrente

U spreekt af dat uw hypotheekrente elk jaar voor 10% aangepast wordt aan de nieuwe marktrente. Bij het afsluiten is de rente 4%. Na een jaar staat deze op 4,5% en weer een jaar later op 5%. De rente die u na twee jaar betaalt is dan 4,15% ((8x4% + 1x4,5% + 1x5%)/10). Zo gaat de aanpassing ieder jaar door: de rente van het eerste jaar wordt vervangen door de huidige marktrente. Het zorgt voor een geleidelijke verandering van uw hypotheekrente.