Bij het kopen van uw eerste woning sluit u een hypotheek af voor 30 jaar. Het gebeurt niet vaak er dat vervolgens 30 jaar lang niets aan die hypotheek verandert. Er zijn allerlei situaties waarin een aanpassing van de hypotheek nodig is. Natuurlijk bij verhuizen en bij het oversluiten van uw hypotheek. Maar ook in de jaren dat uw hypotheek bij dezelfde bank blijft lopen kan er het nodige aangepast worden. Op deze pagina gaan we in op een aantal vaak voorkomende aanpassingen aan uw hypotheek zonder dat u een nieuwe hypotheek afsluit.
Vraagt u zich af of uw hypotheek nog wel up-to-date is? Neem contact op met één van onze hypotheekadviseurs om te kijken hoe wij u kunnen helpen.
De meeste mensen zetten de hypotheekrente steeds voor een aantal jaren vast: de rentevastperiode. Als die periode eindigt moet de rente opnieuw vastgezet worden. U krijgt vooraf een verlengingsvoorstel van uw bank. Soms zijn de hypotheekrentes die daarin voorgesteld worden veel hoger dan bij andere banken. Dan kan het de moeite waard zijn om het oversluiten van de hypotheek te overwegen: als de kosten van het oversluiten goedgemaakt worden door de lagere hypotheekrente. Is dat niet het geval? Dan maakt u de keuze op het verlengingsformulier en loopt de hypotheek gewoon verder.
Misschien wilt u de hypotheekrente aanpassen terwijl de rentevastperiode nog niet afgelopen is? Dan moet u 'inbreken' op de hypotheekrente. Als de bank daardoor rente gaat mislopen moet u een boeterente betalen. Toch is het soms zinvol. Bijvoorbeeld omdat u dan langer de zekerheid van een vaste maandlast heeft. Of omdat u nu gebruik wilt maken van een lage hypotheekrente die naar uw verwachting zal gaan stijgen.
Een andere mogelijkheid is het middelen van uw hypotheekrente. De bank berekent dan een rentepercentage waarbij uw huidige rente en die van een nieuwe rentevastperiode gecombineerd worden. Deze rentemiddeling kan een lagere hypotheekrente opleveren als de rentestand nu veel lager is dan uw hypotheekrente.
Uw leven verandert. Uw voorkeuren ook. De hypotheekvorm die het beste bij u past kan daardoor op dit moment anders zijn dan toen u de hypotheek afsloot. Daarom is een regelmatige hypotheekupdate bij uw hypotheekadviseur verstandig. Misschien blijkt daarbij dat u de hypotheekvorm beter kunt wijzigen.
Door de belastingregels die sinds 2013 gelden zijn de mogelijkheden om uw hypotheekvorm te veranderen minder uitgebreid dan vroeger, dus laat u goed adviseren!
De keuze om uw hypotheeksamenstelling te veranderen heeft vaak te maken met de wens om meer rendement te maken of minder risico te lopen. Wie kapitaal opbouwt met sparen wil misschien nu beleggen, of juist andersom. Wie een groot deel aflossingsvrij had wil misschien nu meer aflossen om het risico op een restschuld te verkleinen.
Heeft u genoeg geld beschikbaar? Staat het op een spaarrekening tegen een hele lage spaarrente, terwijl u veel meer rente voor uw hypotheek betaalt? Dan kunt u overwegen het te gebruiken voor uw hypotheek. Dat kan op twee manieren: extra aflossen of extra storten.
In de voorwaarden van uw hypotheek staat hoeveel u per jaar extra mag aflossen. Dat kan meestal niet onbeperkt. Ga daarom na welk percentage u per jaar boetevrij kunt aflossen. Een aflossing zorgt voor lagere maandlasten. Realiseer u wel dat een extra aflossing op uw hypotheek uw recht op hypotheekrenteaftrek in de toekomst beperkt.
Als u een spaarhypotheek of bankspaarhypotheek heeft kunt u in plaats van extra aflossen ook kiezen voor een extra storting in de spaarpolis of op de bankspaarrekening. Houd daarbij wel de fiscale voorwaarden goed in de gaten als het om belastingvrije vermogensopbouw (KEW, BEW of SEW) gaat!
Bij een belastingvrije beleggingspolis of beleggingsrekening is een extra storting niet meer toegestaan. Alleen bij een gegarandeerd eindkapitaal kan nog extra gestort worden.